Een meisje (13) kan ’s avonds vaak de slaap niet vatten en slikt daarom een melatonine-pilletje. Onschuldig, dacht moeder altijd. Maar is dat wel zo?
“Sinds een tijdje slikt ze regelmatig melatonine. Dat doet ze in een erg lage dosering, 0,5 milligram. In de media hoor ik over kinderen die wel 3 tot 5 milligram melatonine krijgen. Het pilletje geeft haar net dat beetje rust en ze valt beter in slaap. Maar door de berichtgeving slaat bij ons de twijfel toe. Het pilletje zou volgens deskundigen zelfs meer problemen veroorzaken dan oplossen. Zijn we ‘dom’ bezig en moet onze dochter ermee stoppen? En wat is dan het alternatief? Want we vinden het natuurlijk wel belangrijk dat ze lekker slaapt.”
Het is geen slaapmiddel
Melatonine is een hormoon dat door het lichaam wordt aangemaakt en het slaapritme regelt. Als de biologische klok zegt dat het nacht wordt, stijgt normaal gesproken de productie van melatonine en krijgt je lichaam het signaal dat het tijd is om te gaan slapen. “Mensen die melatonine slikken, doen dit meestal om beter te slapen. Maar het is geen slaapmiddel”, benadrukt Marijke Gordijn, gepromoveerd chronobioloog, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van Chrono@Work.
Ze doet al jaren onderzoek naar slaap-waakritmes en geeft slaapadviezen en -trainingen. “Ook een lage dosering melatonine is behoorlijk effectief om je slaperig te voelen, maar je rommelt met je biologische klok. Veel mensen nemen het te kort voor ze gaan slapen in. Daardoor loop je het risico dat je het probleem erger maakt en de volgende avond nog moeilijker in slaap kan vallen.”
Volgens Gordijn is het gebruik van melatonine alleen een oplossing voor mensen met een verstoorde biologische klok, en uitsluitend op doktersrecept. “Ik snap dat ouders willen dat hun kind lekker slaapt, maar daar zijn andere manieren voor. Slik niet zomaar melatonine, ook al lijkt het een lage dosering.”
Slapen kun je leren
Slapen kun je leren, is de overtuiging van slaapcoach Merel Obermeijer. “Het is eerder zo dat je hoofd nog te druk is, dan dat je lichaam nog niet aan slapen toe is. Dus moet je zorgen voor een goede slaaphygiëne, zodat je ontspannener naar bed gaat. Daar kan moeder haar dochter bij helpen. Ze kan overdag wat vaker vragen hoe het op school was en waar het meisje mee bezig is, waar piekert ze over? En geef het goede voorbeeld: neem zelf ook af en toe rust.”
“Mensen hebben geen behoefte aan een pilletje, maar aan meer lege momenten”, vindt slaapdeskundige Rob de Ron. “Trek je af en toe terug, net als een schildpad die zijn pootjes intrekt. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want er is veel afleiding om ons heen.”
Over de avonduren kunnen ouders afspraken maken met hun dochter. Geen beeldschermen meer twee uur voor het slapengaan, geen drukke spelletjes of sporten en minder licht. De Ron: “Door overdag en ’s avonds rustige, lege momenten in te bouwen, voorkom je dat je kind rond slaaptijd moe en overprikkeld is.”
Eenmaal in bed kan het meisje als ze niet in slaap valt wat lezen of ontspanningsoefeningen doen. “Geef de piekerfabriek een taak”, zegt Obermeijer. “Er zijn allerlei trucjes en oefeningen uit onder meer mindfulness die je kunt doen, op het ritme van je adem tot zeven tellen en weer terug naar nul.”
Een keer niet slapen is ook niet erg
Slechter inslapen hoort deels ook gewoon bij de leeftijd. Rond een jaar of twaalf verandert de biologische klok van kinderen. “De meesten worden op dat moment meer een avondmens”, zegt Gordijn. Ze benadrukt de juiste blootstelling aan licht en donker. “Zorg ’s avonds voor weinig licht en ’s ochtends voor veel licht om je klok op de juiste tijd te houden.”
En belangrijk om je te realiseren: soms lukt het gewoon niet. Er is geen garantie op een perfecte nacht. “Een goede nachtrust is niet maakbaar, iedereen slaapt weleens slecht”, zegt Obermeijer. “Je kind kan dat prima aan. Niet slapen is in feite het beste slaapmiddel: de nachten erna haalt je kind het meestal weer in. Het helpt al enorm als je een slechte nacht accepteert. Hoe meer je je ertegen verzet en vindt dat je moet slapen, hoe meer spanning het naar bed gaan oplevert en hoe groter de kans is dat je de volgende nacht weer slecht slaapt.”