Lastige pubers, dreinende tieners of krijsende kleuters? Elke week behandelt Trouw een opvoedvraag van lezers.

De opvoedvraag

Een meisje van 7 ligt ’s avonds vaak lang wakker. Ze baalt enorm dat ze niet kan slapen, met als gevolg dat ze helemaal niet meer kan slapen. Hoe valt dit patroon te doorbreken?

(Niet) slapen is in veel gezinnen met jonge kinderen een thema. Na de eerste jaren wordt het vaak beter, maar niet altijd. “Alle inspanningen en slaapoefeningen ten spijt, onze dochter van zeven slaapt nog steeds slecht. Ze heeft vooral moeite met inslapen en dat lijkt steeds erger te worden”, vertelt een moeder.

“We hanteren een rustig en regelmatig schema, zeker in de avond. Ze gaat om 7 uur naar bed, meestal doen we rond half 8 het licht uit. Maar regelmatig is ze om 10 uur nog klaarwakker. Toen ze nog jonger was, kwam ze vaak uit bed en moesten we haar elke keer terugleggen. Nu hebben we afgesproken dat wij elke 10 minuten naar haar toegaan, zodat ze het vertrouwen krijgt dat ze in bed kan blijven. Want als je elke keer opstaat, kun je zeker niet slapen. Overdag heeft ze goede zin, maar zodra ze in bed ligt begint de onrust. Ze is bang dat ze niet kan slapen, waardoor het nog moeilijker wordt. Soms is ze echt compleet overstuur. Ook ’s nachts staat ze nog vaak naast ons bed. Het is erg vermoeiend voor ons hele gezin. Hoe kunnen we dit patroon doorbreken?”

Balans in prikkels

“Het eerste wat in me opkomt als ik deze ouders hoor, is dat ze het eigenlijk heel goed doen”, zegt Rian Meddens, orthopedagoog bij Psychogoed. “Als je kind slecht slaapt is dat vermoeiend en het is knap dat ze zo consequent zijn, een goed avondritueel aanhouden en haar laten ervaren dat het veilig is in bed.”

Slaapcoach en opvoeddeskundige Merel Obermeijer is het daarmee eens. “Je kunt je voorstellen dat in een gezin waar slapen al jaren een thema is, iedereen een hyperfocus heeft op het (niet) slapen. Dat is voor het meisje zelf ook heel vervelend en het is fijn dat haar ouders begripvol reageren.”

Er zijn nog wel wat zaken die ouders kunnen doen om de situatie te verbeteren. “Bij inslaapproblemen is het belangrijk om te kijken of het kind overdag een goede balans in prikkels heeft”, zegt Obermeijer. Ze moet niet te veel, maar ook niet te weinig doen. Is ze genoeg buiten, krijgt ze de nodige beweging, heeft ze voldoende momenten van ontspanning? “Vooral dat laatste moeten kinderen vaak nog leren.”

Schema bijhouden

Daarnaast raadt zij ouders aan om een schema bij te houden van hoe laat ze meestal in slaap valt. “Stel dat ze bijvoorbeeld regelmatig rond negen uur pas slaapt, dan kun je haar een tijdje rond de klok van negen naar bed laten gaan. Dat is wel laat voor een meisje van zeven, maar zo raakt ze wellicht minder gefrustreerd en overstuur en per saldo slaapt ze dan misschien net zo veel als ze nu doet. Mocht het inslapen op den duur makkelijker gaan, dan kun je de bedtijd weer aanpassen.”

Ook Meddens denkt dat het kan helpen om het meisje wat later naar bed te brengen. “Ouders zeggen dat ze overdag vrolijk is, dus misschien is half 8 wat te vroeg omdat ze gewoon minder slaap nodig heeft.”

Het lijkt erop dat het meisje angst ontwikkelt, omdat ze bang is dat ze niet kan slapen. Een bekend probleem bij kinderen. Volgens Obermeijer hebben de meeste kinderen even tijd nodig om ‘af te schakelen’ en in slaap te vallen. “Gemiddeld twintig minuten, maar gevoelige kinderen kunnen er wel drie kwartier voor nodig hebben. Maak je daar niet druk om en accepteer dat het even duurt. Want hoe meer je wilt dat je snel in slaap valt, hoe moeilijker het wordt. Ik raad kinderen altijd aan om in bed de ‘paniekfabriek’ in hun hoofd een beetje voor de gek te houden. Je hoeft niet te slapen: je gaat gewoon lekker chillen in je bed. Ademhalingsoefeningen kunnen je hersenen afleiden en je wat meer tot rust brengen. Als de hyperfocus op het slapen verdwijnt, wordt het meestal makkelijker.”

 

https://www.trouw.nl/onderwijs/wat-doe-je-als-het-uren-duurt-voor-je-kind-in-slaap-valt~b5197c35/