Een peuter huilt ’s avonds en ’s nachts urenlang, behalve als haar moeder bij haar is. Hoe komt het hele gezin weer aan slapen toe?

Een meisje van twee jaar heeft in haar jonge leventje altijd redelijk goed geslapen. Sinds een paar maanden is daar echter niets meer van te merken. Het meisje wil ’s avonds niet gaan slapen en wordt ’s nachts vaak huilend wakker. Ze wil dan enkel bij mama zijn.

“Ik moet haar troosten en bij haar blijven”, vertelt haar vermoeide moeder. “Dat wil niet zeggen dat ze dan meteen weer gaat slapen. Dat kan zeker wel een uur of langer duren.”

Ritueel
Als moeder even bij haar zit en het meisje lijkt te slapen, probeert ze geruisloos de kamer uit te sluipen. Vaak zet dochterlief het dan opnieuw op een krijsen en begint het hele ritueel van voren af aan. “Of erger: haar grote broer slaapt niet altijd door haar gehuil heen en dan zitten we met twee wakkere kinderen”, zucht moeder. Die gebroken nachten zijn natuurlijk waardeloos. Is het een fase waar het gezin doorheen moet of kunnen de ouders zelf stappen zetten om het probleem met de niet-slapende dochter op te lossen?

Zeker de helft van de ouders met jonge kinderen slaapt slecht. “Het komt zo vaak voor dat ouders denken dat het er nu eenmaal bij hoort”, zegt slaapdeskundige en pedagoog Merel Obermeijer. “Ze gaan gebukt onder gebroken nachten, terwijl het niet nodig is. Lekker slapen is voor iedereen weggelegd, mits er geen onderliggende ­medische of fysieke oorzaak is.”

Het is voor een gezin amper vol te houden als slaapproblemen maanden of langer aanhouden, weet opvoedcoach en psycholoog Joyce Akse. “Allereerst is het belangrijk om erachter te komen hoe en waarom het probleem is ontstaan.” De wereld van een peuter wordt in rap tempo groter en dat zie je terug in zijn ontwikkeling. Niet zelden gaan peuters in zo’n periode slechter slapen.

Obermeijer: “Door overdag goed naar je kind te kijken, ontdek je wellicht waar ze behoefte aan heeft. Vraagt ze meer aandacht, heeft ze extra behoefte aan contact? Is ze gevoelig voor prikkels? Claimt ze haar ouders en zoekt ze vaker de grenzen op met haar gedrag? Wat je overdag ziet, zet zich vaak ’s nachts in eenzelfde soort patroon door.”

Onderliggende oorzaak
Als ouders een vermoeden hebben van de onderliggende oorzaak, kunnen ze daarop inspelen. “Misschien wil het meisje wat extra aandacht en meer contact, misschien moet ze leren dat haar behoeften niet altijd meteen bevredigd worden”, geeft Obermeijer als voorbeeld. “Natuurlijk is het fijn als je wakker wordt en je moeder komt bij je. Maar een kind moet zelf leren inslapen. Daar werk je uiteindelijk naartoe.”

De vraag is natuurlijk hoe dan. “Ouders bepalen hoe het wordt aangepakt, zij hebben de leiding”, zegt Obermeijer. “Zij bepalen of en hoelang ze naar hun kind gaan, niet andersom. Dat is mede-afhankelijk van wat je zelf prettig vindt en hoelang het probleem al speelt. Ga bijvoorbeeld steeds wat verder weg zitten. Geef je kind wel het vertrouwen dat je altijd in de buurt bent.”

’s Nachts consequent blijven opvoeden dus. “Het kost tijd en moeite en daar heb je in het holst van de nacht niet altijd zin in”, beseft Akse. Toch doen. “Houd je aan een duidelijk bed­ritueel en maak er niet meer of minder van. Als je kind ’s nachts huilend wakker wordt, controleer je natuurlijk of er iets aan de hand is. Is dat niet het geval, hou je dan aan de vaste structuur. Geef een aai over de bol, zeg dat je in de buurt bent, maar ga ook weer weg.”

Goed samenwerken
Een gevoel van veiligheid en verbinding is belangrijk bij een slaapplan. Het meisje moet erop vertrouwen dat haar ouders er zijn als ze ze nodig heeft. Belangrijk voor dit gezin is dat ook vader ’s nachts naar de peuter toegaat.

“Soms heeft een kind een voorkeur voor een van de ouders, maar dat is niet vol te houden”, zegt Akse. “Vader en moeder moeten goed samenwerken en zo veel mogelijk dezelfde aanpak aanhouden. Leg dat ook aan je kind uit. Voorkom dat je gaat inspringen, als de ander het soms niet precies doet zoals jij het zou doen.”

Om te voorkomen dat ouders echt oververmoeid raken, heeft Obermeijer een aantal survivaltips. Spreek samen af wie er ‘dienst’ heeft ’s nachts. Verdeel de taken eerlijk en laat de ander bijslapen. Koop goede oordoppen, slaap op zolder of een andere rustige plek en zorg dat je kunt ontspannen, voordat je gaat slapen. Zo nodig kan een slaapcoach begeleiding geven.

 

Dit artikel stond op 13 maart in de krant en is geschreven door